Prei kweken doe je niet zomaar even tussendoor. Het vraagt aandacht, geduld en een beetje toewijding, maar het resultaat is absoluut de moeite waard. Prei is een veelzijdige groente die lang meegaat, bestand is tegen kou en in veel gerechten een zachte, aromatische smaak geeft. Of je nu een grote moestuin hebt of een rijtje in je achtertuin, met een goede voorbereiding kun je maandenlang genieten van je eigen geteelde prei.
Wie eenmaal zelf prei heeft gekweekt, weet dat het een verrassend dankbare groente is. Niet alleen vanwege de lange oogstperiode, maar ook omdat je veel controle hebt over smaak en structuur. Zelf kweken betekent zelf bepalen: geen chemische bestrijdingsmiddelen, geen onnodige transportkilometers, gewoon eerlijke prei, rechtstreeks uit je eigen tuin.
Hoe prei kweken?
Prei kun je zowel zaaien als planten. Je kunt het hele proces zelf vanaf zaad doen, of later in het seizoen jonge preiplantjes kopen bij een kweker of tuincentrum. Beide manieren hebben hun voordelen. Zaai je zelf, dan heb je meer controle over het ras en de opkweek. Plant je jonge prei, dan sla je het tijdrovende voorwerk over. Welke manier je ook kiest, met een paar goede tips en wat aandacht kan iedereen succesvol prei kweken.
Stap 1, de grond voorbereiden
Een gezonde bodem is de basis voor sterke preiplanten. Prei houdt van een losse, voedzame grond die goed water doorlaat maar niet te droog wordt. Het beste is een leemachtige of licht zanderige grond die rijk is aan organisch materiaal. Werk ruim voor het zaaien of planten een flinke hoeveelheid goed verteerde compost of stalmest in de aarde. Dit voedt de bodem en zorgt voor een luchtige structuur, zodat de wortels van de prei zich goed kunnen ontwikkelen.
Het is belangrijk om de grond diep los te maken. Prei heeft een lange penwortel, die graag diep de grond in groeit. Door goed te spitten of te frezen voorkom je dat de groei stagneert. Let er wel op dat je dit niet doet als de grond te nat is, want dan druk je de structuur stuk. Een losse en kruimelige aarde is wat je zoekt: niet te nat, niet te droog.
Tot slot: egaliseer de grond en maak eventueel een zaaibed. Voor vroege teelt kun je in februari al beginnen met voorzaaien onder glas, maar vanaf april-mei kan er ook direct in de volle grond gezaaid worden. Zorg dan wel dat het onkruidvrij is, want jonge preiplantjes groeien langzaam en hebben weinig kans als ze moeten concurreren met hardnekkig onkruid.
Stap 2, voordelen van combinatieteelt
Combinatieteelt betekent dat je prei samen laat groeien met andere groenten of kruiden die elkaar versterken. Dit heeft meerdere voordelen. Ten eerste helpt het om plagen te voorkomen: bepaalde geuren of stoffen van andere planten houden insecten weg die juist dol zijn op prei, zoals de preivlieg. Bovendien benut je de ruimte in je moestuin optimaal en krijgt je bodem een betere balans.
Een klassieke combinatie is prei met wortelen. Deze twee helpen elkaar op natuurlijke wijze beschermen: de geur van prei verjaagt de wortelvlieg en andersom houdt de geur van wortel de preivlieg op afstand. Ook goed zijn combinaties met selderij, sla, rode biet, spinazie en tomaten. Ze nemen niet allemaal dezelfde voedingsstoffen op uit de grond, waardoor uitputting wordt voorkomen.
Kruiden als tijm, salie en rozemarijn doen het ook goed in de buurt van prei. Hun aromatische oliën werken als een natuurlijke afweer tegen plagen. Vermijd echter combinaties met peulvruchten zoals bonen of erwten: die verdragen de nabijheid van prei minder goed en halen dezelfde voedingsstoffen uit de grond, wat kan leiden tot concurrentie.

Stap 3, Prei zaaien of planten
Als je kiest voor zaaien, begin dan rond april in de volle grond. Zaai op regels met ongeveer 25 centimeter tussenruimte, en dek de zaden licht af met een dun laagje aarde. Houd de grond vochtig totdat de zaailingen verschijnen. Je kunt ook voorzaaien in potjes of zaaibakken vanaf februari en de jonge plantjes later uitplanten. Dat geeft je een voorsprong en betere controle over de groeiomstandigheden.
Wie minder geduld heeft, kan in mei of juni jonge preiplantjes kopen bij een kweker. Deze zijn meestal al zo’n 15 tot 20 centimeter lang. Plant deze diep uit, in een gaatje dat je maakt met een pootstok of een dikke vinger. Zet de plantjes erin zonder aan te drukken en geef water in het gat, zodat de aarde zich vanzelf om de wortels sluit.
Diep planten zorgt ervoor dat je straks een langere witte schacht hebt. Want prei is wit omdat het onder de grond groeit, en hoe dieper je hem plant, hoe meer wit je krijgt. Let op: druk je de aarde aan, dan kunnen de wortels zich moeilijk verspreiden. Laat het water het werk doen.
Stap 4, Uitdunnen
Zodra de jonge preiplantjes een paar centimeter hoog zijn en hun eerste echte blaadjes krijgen, is het tijd om te gaan uitdunnen. Dat wil zeggen: de zwakkere en te dicht op elkaar staande plantjes verwijderen, zodat de sterkste genoeg ruimte krijgen om uit te groeien tot dikke, stevige preien.
Hou ongeveer vijf centimeter tussenruimte aan als de plantjes nog jong zijn. Later kun je deze afstand vergroten tot tien centimeter. Gebruik een klein schepje of je vingers om voorzichtig de overtollige plantjes los te maken. Let op dat je de wortels van de overblijvers niet beschadigt.
Gooi de uitgedunde plantjes niet weg! Als ze nog gezond zijn, kun je ze elders in de tuin herplanten of gebruiken als vroege bosprei. Het uitdunnen is belangrijk om ziektes en verstikking te voorkomen. Te dicht op elkaar staande preien groeien langzamer en blijven dun.
Stap 5, De zorg tijdens de groei
Prei heeft regelmatig water nodig, vooral in droge periodes. Geef liever één keer per week veel water dan elke dag een beetje. Zo gaan de wortels dieper op zoek naar vocht, wat zorgt voor sterkere planten. Bij warm weer of zandgrond kan twee keer per week nodig zijn.
Naast water vraagt prei ook om voeding. Rond de tijd dat de prei begint te verdikken, kun je extra compost of een biologische stikstofrijke meststof geven. Strooi deze rond de voet van de plant, en werk het licht in de bovenlaag van de grond. Dit bevordert de bladgroei en de opbouw van de schacht.
Hou ook de onkruidgroei in de gaten. Prei groeit langzaam en is in het begin kwetsbaar voor overwoekering. Regelmatig wieden is daarom een must. Als je wilt, kun je ook mulchen met stro of gras: dit onderdrukt het onkruid, houdt de grond vochtig en voedt tegelijk de bodem.

Stap 6, Prei oogsten
Prei kun je oogsten zodra de schachten dik genoeg zijn, meestal zo’n twee tot drie centimeter doorsnee. Dit kan al vanaf augustus voor zomerprei, maar de meeste rassen zijn bedoeld voor herfst of winter. Laat ze gerust staan tot december of zelfs januari: prei is erg winterhard.
Gebruik een spitvork of plantschepje om de prei voorzichtig uit de grond te halen. Trek niet zomaar aan het loof, want dan kun je de plant beschadigen of afbreken. Snijd de wortels niet af voordat je ze wilt bewaren: zo blijven ze langer vers.
Hoe prei bewaren
Prei is op verschillende manieren te bewaren, afhankelijk van hoe lang je het wilt houden. Vers geoogste prei blijft in de koelkast tot één week goed, gewikkeld in een vochtige doek. In een koele, donkere kelder met een hoge luchtvochtigheid blijft prei tot wel twee maanden vers als je hem rechtop in zand zet.
Voor langere bewaring kun je prei invriezen. Snijd de prei in ringen, blancheer deze kort (1 à 2 minuten in kokend water), laat snel afkoelen in koud water, en vries in porties in. In de diepvries blijft prei ongeveer 8 tot 10 maanden goed.
Inmaken is een andere optie. Denk aan zoetzure prei in potten, al dan niet samen met andere groenten. Goed ingemaakte prei blijft in steriele potten tot een jaar goed, mits koel en donker bewaard. Let bij alle methoden goed op schimmelvorming of bederf bij het openen.
Conclusie
Prei kweken is een proces dat tijd en aandacht vraagt, maar het geeft veel voldoening. Van het voorbereiden van de grond tot het oogsten in de winter: je bent continu betrokken bij de groei van een groente die je in veel gerechten kunt gebruiken. Bovendien weet je precies wat je eet, en dat geeft een goed gevoel.